Hoe meet je je conditie met je hartslag?

Het hart is de belangrijkste spier van ons lichaam. Je hartslag kan je veel vertellen over je gezondheid. Aan de hand van je hartslag kan je meten hoe goed of slecht je conditie is. Dat kan je doen op verschillende manieren.

Eerste manier
Direct nadat je klaar bent met trainen kijk je naar je hartslag, deze is als het goed is rond het hoogtepunt. Vervolgens neem je 1 minuut complete rust zonder te lopen of te praten. Na een minuut kijk je hoeveel tellen je hartslag is gedaald. Wanneer je een goede conditie hebt moet je hartslag zijn teruggelopen met 30 tot 40 slagen per minuten. Hoe sneller je hartslag terug loopt, hoe beter je conditie.

Minder dan 20 slagen? Je hebt een slechte conditie.
Tussen de 20 en 30 slagen? Je hebt een matige conditie.
Tussen de 30 en 40 slagen? Je hebt een redelijke conditie.
Tussen de 40 en 50 slagen? Je conditie is goed.
Tussen de 50 en 60 slagen is je conditie zeer goed.
Boven de 60 slagen heb je een uitmuntende conditie.

Tweede manier
De andere manier van het meten van je conditie is door je rusthartslag gedurende een periode op eenzelfde tijdstip en situatie op te meten. Doe dat bijvoorbeeld elke ochtend nadat je wakker wordt. Het is belangrijk hierbij geen koffie en alcohol te drinken en niet zwaar te sporten vooraf. Dan heb je de meest betrouwbare meting.

Wat belangrijk is bij het kijken naar de hartslag als maatstaf van je conditie is dat je je hartslag niet vergelijkt met de hartslag van anderen. Iedereen heeft simpelweg een andere hartslag in rust. Je moet je hartslag dus alleen maar vergelijken met je eigen hartslag in het verleden.