Heb jij een gezond gewicht?

Veel mensen vinden zichzelf te dik of te dun. Maar wanneer heb je nu eigenlijk een gezond gewicht? De zogenaamde Body Mass Index geeft aan of jij een gezond gewicht hebt of onder- of overgewicht. Het enige wat je hoeft te weten is jouw gewicht in kilo’s en jouw lengte in meters. Andere methodes om te meten of je een gezond gewicht hebt zijn het meten van de middelomtrek en het meten van het vetpercentage.

BMI
Jouw gewicht deel je vervolgens door jouw lengte in het kwadraat. Ben je bijvoorbeeld 1.78 meter lang en 70 kilo, dan is jouw BMI 70/(1.78*1.78) = 22.09. Om te weten of jouw BMI in de categorie van gezond valt kun je kijken in de tabel. Een BMI tussen de 18,5 en 25 is een gezond gewicht. Deze methode is alleen geschikt voor volwassenen.

Uw BMI

U heeft

< 18.5

Ondergewicht

18.5 – 24.9

Normaal gewicht

25 – 29.9

Overgewicht

30 en hoger

Obesitas

21.75

Ideaal gewicht

In de eerste plaats heb je een gezond gewicht wanneer jij jezelf prettig voelt in je eigen lichaam. Niet iedereen is hetzelfde terwijl er altijd wordt uitgegaan van gemiddelden. Stel bijvoorbeeld dat je ontzettend veel spieren hebt en bijna geen vet. Toch zul je dan op basis van je BMI in de categorie obesitas kunnen vallen en het advies krijgen om af te slanken. Dat terwijl je geen vet hebt en dus geen gezondheidsrisico’s loopt, een dieet zou onverstandig zijn. Je moet jezelf dus altijd afvragen of jij goed in je vel zit en gezond bent. Datzelfde geldt voor mensen die erg mager zijn maar toch voldoende eten. Het is goed mogelijk dat dat gewoon de lichaamsbouw is, of men een ontzettend snel metabolisme heeft. Ook dan is het niet verstandig om aan te komen door meer en ongezond te gaan eten.

Vetmeting
Een meting van het vetpercentage is ingewikkelder maar een betere manier om de eventuele gezondheidsrisico’s in kaart te brengen. Dit kan men meten door gebruik te maken van een vetmeter. Deze kan je zelf kopen maar de meeste sportscholen beschikken over een vetpercentagemeter en ook bij de huisarts of diëtiste kan dit nauwkeurig worden gemeten. Bij benadering kun je je vetpercentage thuis meten door onder andere je taille en nekomvang te meten, deze methode is echter niet erg nauwkeurig en het is aan te raden een echte vetpercentagemeter te gebruiken. Sommige weegschalen hebben de mogelijkheid om het vetprecentage te meten door met blote voeten op de weegschaal te gaan staan, ook deze methode is niet erg betrouwbaar. Vrouwen hebben over het algemeen een hoger vetpercentage dan mannen. Simpelweg omdat de vrouw een reserve nodig heeft wanneer zij zwanger is. In de tabel kun je jouw ideale vetpercentage afmeten. Een afwijking van 5% meer of minder brengt geen gezondheidsrisico’s met zich mee.

Leeftijd Man Vrouw
17-29 15% 25%
30-39 17% 27%
40 en ouder. 20% 30%

Middelomtrek
De hoeveelheid buikvet is een goede indicatie voor de gezondheidsrisico’s. Ook bij deze methode heb je eigenlijk alleen een centimeter nodig om je middelomtrek te meten. Je meet je middelomtrek op het smalste deel van je lichaam tussen je onderste rib en je heup. Om vast te stellen of er sprake is van gezondheidsrisico’s kun je kijken in de tabel.

Middelomtrek (in cm) mannen Vrouwen
Geen verhoogd risico <94 <80
Licht verhoogd risico 94-102 80-88
Verhoogd risico (probeer af te vallen) >102 >88

Wanneer zowel je BMI als je middelomtrek als gezond worden bestempeld mag je er over het algemeen vanuit gaan dat je een gezond gewicht hebt en weinig gezondheidsrisico’s loopt tenzij er sprake is van bijzondere omstandigheden.